Armoedemonitor gemeente Groningen 2009

1 november 2009

Het Groninger college van Burgemeester en Wethouders streeft er actief naar om de armoede in de stad te bestrijden. Met armoede wordt niet alleen gedoeld op de financiele situatie van mensen. Het kan om een combinatie van problemen gaan die leiden tot een gebrek aan perspectief, zoals een langdurig laag inkomen, gebrek aan maatschappelijke deelname en een slechte gezondheid. Het college wil het armoedebeleid monitoren om uitspraken te kunnen doen over voortgang en resultaten van het gevoerde beleid.

De combinatie van problemen die (hierboven) armoede wordt genoemd, zijn deels meetbaar door uit te gaan van de financiele omstandigheden van huishoudens. Centraal staan hierbij huishoudens met een inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum. Van deze groep bekijken we het gebruik en niet-gebruik van de inkomensondersteunende regelingen. Daarmee gaan we na of, en zo ja, hoe deze regelingen de financiele lasten verlichten of de lage inkomens verhogen.

In dit onderzoek hebben we de groep ‘minima’ in kaart gebracht. De minima definieren we daarbij als de personen die van een van de volgende regelingen gebruik heeft gemaakt:

* Chronisch zieken, gehandicapten en ouderen;
* Collectieve zorgverzekering voor minima;
* Eindejaarsuitkering 2008;
* Kwijtschelding gemeentelijke belastingen;
* Langdurigheidstoeslag;
* Tegemoetkoming Ouderbijdrage Schoolfonds (TOS);
* Witgoedregeling;
* WWB, IOAW/Z.