Gemeenten in actie tegen segregatie in het basisonderwijs

1 maart 2007

In het kader van het onderzoek gemeenten in actie tegen segregatie in het basisonderwijs is een inventarisatie uitgevoerd onder gemeenten uit de G31, om te bepalen of zij activiteiten ontplooien om etnische segregatie in het basisonderwijs tegen te gaan. Dit naar aanleiding van het nieuwe beleidsinitiatief van de onderwijsminister, dat gemeenten en schoolbesturen in het kader van de Lokale Educatieve Agenda niet-vrijblijvende afspraken moeten maken om segregatie te bestrijden.
Lang niet alle gemeenten uit de G31 hebben te maken met etnische segregatie in het basisonderwijs. Weliswaar staan in vrijwel alle G31-gemeenten zwarte en witte basisscholen, maar deze kunnen ook een afspiegeling vormen van de wijk. In 16 (van de 31) gemeenten is in toenemende mate sprake van etnische segregatie, de overige 15 kampen hier niet of nauwelijks mee.
Van die zestien gemeenten die te maken hebben met te zwarte en te witte scholen, voeren er vijf geen activiteiten uit om hiertegen iets te doen, terwijl de overige elf wel beleid voeren. Ook twee van de gemeenten die nog niet echt met segregatie te maken hebben, voeren activiteiten om te voorkomen dat segregatie ontstaat.
Opvallend is verder, dat van etnische onderwijssegregatie voornamelijk sprake lijkt te zijn in het westen van Nederland en in Noord-Brabant. Als in de G31-steden van Limburg en Noord-Nederland sprake is van segregatie, dan is dit voornamelijk sociaal-economische segregatie volgens de respondenten. Dan spreekt men bijvoorbeeld over de spreiding van (niet-)oelgroep leerlingen van onderwijsachterstandenbeleid. Dat zal ook te maken hebben met de bevolkingssamenstelling in die gemeenten.
Het dramatische van de etnische segregatie in andere gemeenten is immers, dat die goeddeels samenvalt metsociaal-economische verschillen.