Langdurig en integraal

1 januari 2006

In deze Fietsberaad-publicatie zijn een aantal verhalen samengebracht over het verkeersbeleid van steden met een relatief hoog fietsgebruik, zich uitstrekkend over een langere periode. Elk verhaal geeft een specifiek beeld van de ontwikkelingsgang van het fietsgebruik in een gemeente en de relatie tussen het fietsgebruik en het beleid aldaar. Ze gaan over vijf Nederlandse steden die als fietsstad bekend staan: Groningen, Amsterdam, Enschede, Zwolle en Veenendaal. Uit ons omringende landen die ook een respectabel niveau van fietsgebruik kennen, zijn ook vijf steden geselecteerd: Münster en Freiburg in Duitsland, Kopenhagen en Odense in Denemarken en Gent in België.
Directe aanleiding voor deze publicatie is de al weer geruime tijd geleden afgeronde studie van Boersma & Van Alteren, waarin op kwalitatieve wijze gezocht werd naar een verklaring voor het hoge fietsgebruik in Groningen. De casus Groningen krijgt in deze publicatie dan ook de meeste aandacht; het rapport van Boersma & Van Alteren wordt uitgebreid samengevat. Het Groningse verhaal, maar ook de meeste andere verhalen, zijn beperkt aangepaste versies van artikelen die eerder in Fietsverkeer zijn gepubliceerd. Dat geldt echter niet voor Odense en Kopenhagen: deze verhalen zijn nieuw. Sommige van de tien steden kregen ook al aandacht in een soort voorganger van deze publicatie: het boekje Ruimte voor de fiets: voorbeelden uit steden in Nederland, Denemarken, Duitsland en Zwitserland, een initiatief van de toenmalige projectgroep Masterplan Fiets en uitgegeven door de VNG (1994).
De tien stedenverhalen geven een beeld van hoe het fietsbeleid over een langere tijd heeft bijgedragen aan het hoge fietsgebruik. Tien unieke verhalen, met toch ook wel de nodige overeenkomsten, die kunnen dienen als voorbeelden van de wegen waarlangs – op termijn! – een hoog fietsgebruik bereikt kan worden.