Politie als schakel in de OGGz

2 april 2008

De politie heeft een zorgtaak voor mensen die niet in staat zijn zelf de benodigde hulp te regelen. Bij de overdracht van mensen met een psychische crisis naar zorginstanties ervaart de politie knelpunten.
Dit artikel beschrijft de aard van de hulpvraag bij personen die geen strafbaar feit hebben gepleegd waarmee de politie te maken heeft en de afhandeling. Ook wordt verslag gedaan van een werkmodel waarbij de persoon die psychosociale zorg nodig heeft kan worden meegenomen naar een spreekkamer op het politiebureau, voor beoordeling door hulpverleners.
Op basis van de selectie van mensen die de politie meeneemt naar het bureau en de tijdsbesteding van politie en hulpverleners wordt bezien of de gekozen werkwijze voor verbetering vatbaar is.
De politie krijgt in 2,5 per 1000 inwoners te maken met een oggz-crisis. Het blijkt dat de politie het merendeel van meldingen over psychische problemen zelfstandig oplost of hiervoor rechtstreeks een beroep doet op een zorginstelling.
Slechts in 14% van de gevallen wordt de persoon, ter beoordeling, meegenomen naar het politiebureau. Deze mensen blijken terecht meegenomen; 80% heeft een psychiatrisch toestandsbeeld en vrijwel allen hebben zorg nodig.
De helft van de beoordeelde personen wordt binnen een maand in de ggz opgenomen.
Het tijdsbeslag van het gekozen werkmodel is echter groot. De politie blijft in tweederde van de gevallen in de buurt bij de beoordeling en is dan gemiddeld 150 minuten aanwezig.
De aanbeveling is om beoordeling van oggz-crises in een ggz-instelling te situeren met voldoende randvoorwaarden, zoals veiligheidsgaranties en geen weigering van mensen door de ggz.