Quickscan WMO 2006

1 mei 2006

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is 14 februari 2006 door de Tweede Kamer aangenomen. Meer eigen verantwoordelijkheid in de zorg, minder vanzelfsprekend leunen op de overheid. Dat is wat het kabinet nastreeft met de invoering van de Wmo. De plannen voor de Wmo passen in de kerndoelstelling van het kabinet: het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Dit betekent dat de gemeenten het mogelijk moeten maken dat alle inwoners maatschappe-lijk kunnen meedoen.
Er zijn een aantal prestatievelden opgesteld waar de gemeente beleid op moet formuleren. De Wmo omschrijft ‘maatschappelijke ondersteuning’ in negen prestatievelden:
1. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen wijken en buurten;
2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden;
3. het geven van informatie, advies en clientondersteuning
4. het ondersteunen van mantelzorg en vrijwilligers;
5. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem;
6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer;
7. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang;
8. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen;
9. het bevorderen van verslavingsbeleid.