Rapportage ouderen 2006

7 december 2006

Veel ouderen zijn maatschappelijk actief. Dat blijkt uit de grote aantallen 55-plussers die tot op hoge leeftijd vrijwilligerswerk doen, mantelzorg bieden aan hulpbehoevende verwanten, vrienden en buren of anderszins midden in de wereld staan. De mogelijkheden om lang sociaal actief te blijven, zijn ook sterk verbeterd. Denk aan de toegenomen gezonde levensverwachting en aan de gunstige ontwikkelingen in het opleidingsniveau en inkomen van ouderen.
Tegenover dit positieve beeld van ouderdom en ouder worden, dat domineert in de meest recente nota ouderenbeleid, staat een wat somberder beeld. Zo zouden ouderen zich graag willen terugtrekken uit de samenleving en geleidelijk aan hun sociale rollen willen afbouwen. Tehuisbewoners hoeven zelfs geen huishoudelijke bezigheden meer te verrichten omdat zij hun rust hebben verdiend en gezondheidsproblemen ondervinden.
In dit rapport (alweer de zevende Rapportage ouderen) worden beide beelden aan een onderzoek onderworpen. Tussen de twee uitersten ligt immers een scala aan mogelijke manieren van oud worden. Opnieuw bevestigt het onderzoek dat ouderen een heterogene groep vormen. Sommigen willen tot op zeer hoge leeftijd betrokken zijn bij de samenleving, anderen willen tevreden rusten en genieten van de oude dag, en weer anderen zien zich door omstandigheden en ingrijpende levensgebeurtenissen gedwongen hun sociale leven op te geven.