Regionale bevolkingskrimp en de stad Groningen

26 oktober 2009

Diverse gemeenten in de noordelijke regio van Nederland zijn inmiddels bekend met het verschijnsel van bevolkingsafname. Over regionale bevolkingsafname in Nederland is de laatste tijd veel te doen. Niet alleen Noord-Nederland, maar ook Zuid-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen hebben er mee te maken. De karakteristieken van krimp voor Noord-Nederland zijn evenwel niet zonder meer met elders te vergelijken.

Er zijn twee zaken die specifiek voor Noord-Nederland gelden.
* Ten eerste wordt de bevolkingsdaling hier vooral veroorzaakt door binnenlandse migratie. Anders dan in
bijvoorbeeld Parkstad Limburg, waar de natuurlijke aanwas negatief is, overtreft het aantal geboorten in het noorden namelijk nog steeds het aantal overledenen.
* Ten tweede zijn binnen de noordelijke regio grote verschillen in bevolkingsverandering te vinden. Opvallend zijn de sterke krimpers, zoals Delfzijl, en de sterke groeiers, zoals de stad Groningen.
De cruciale rol van de binnenlandse migratie geeft het probleem veel meer een regionaal-geografisch en economisch karakter, dan puur demografisch. De vraag is dan ook of reacties op ‘krimp’ puur demografisch van aard dienen te zijn, of dat een meer integrale, verweven en strategische aanpak wenselijk is, waarmee de economisch-geografische en planologische dimensies in beeld komen.

De sterke lokale verschillen binnen het noorden kunnen bij de winnaars in deze demografische wedstrijd de mening doen postvatten dat krimp niet hun probleem is. In dit rapport proberen we antwoord te geven op de vraag in hoeverre regionale bevolkingskrimp in het noorden gevolgen heeft voor de stad Groningen, die zelf recentelijk geen bevolkingskrimp heeft ervaren, en ook volgens alle prognoses tot in ieder geval 2020 geen krimp zal meemaken