Stadsmonitor Gemeente Groningen 2011

1 mei 2011

Voor de Stadsmonitor, de jaarlijkse trendrapportage over de stad Groningen,
noemen we in kort bestek de opvallendste ontwikkelingen.

Werken
– We zien de recessie nu z’n effect hebben, de werkgelegenheid loopt terug, er bieden zich minder mensen op de arbeidsmarkt aan, het aantal bijstandsgerechtigden neemt met 7% toe.
– De uitgifte van bedrijventerreinen blijft in de klad: er is in 2010 0,6 hectare uitgegeven.
– De recessie lijkt zelfs enig effect te hebben op het gebruik van de auto en de fets: de verkeersintensiteit is voor beide afgenomen.
– Waar de crisis klaarblijkelijk geen effect op heeft is het aantal toeristen: het aantal overnachtingen stijgt fors met 18%.
– Andere lichtpuntjes zijn: de dalende jeugd- en vooral allochtone werkloosheid.

Wonen
– We zien dat de woningbouwproductie zich in 2010 behoorlijk heeft gehandhaafd: 1123 woningen zijn gereedgemeld; waarvan 316 huur en 807 koopwoningen.
– De doorstroomsnelheid is iets lager geworden mensen zijn, als gevolg van de economische recessie, voorzichtiger geworden.
– ‘Schoon en heel’, wordt onverminderd op een hoog niveau (tegen de 90%) gewaardeerd.

Leven
– De Stad groeit qua inwoners fors door tot boven de 190.000 inwoners, de aantrekkingskracht op studenten is een doorslaggevende factor.
– De ervaren sociale samenhang in de Stad is vrijwel constant gebleven.
– Vooral in Beijum en Lewenborg wonen veel mensen die zich inzetten voor buurt activiteiten.
– Het aandeel mantelzorgers is het afgelopen jaar wat afgenomen, vooral onder vrouwen.
– Qua risicofactoren voor de gezondheid zien we een duidelijke afname van het gewicht, een afname van alcoholgebruik in de leeftijd van 12-15 jaar, terwijl het onder de ‘nieuwe generatie’ ouderen toeneemt (babyboom) en het aantal rokers over de gehele linie nog steeds daalt (maar in de leeftijd 16-18 jaar iets stijgt).
– Veiligheid: de woninginbraken zijn licht gestegen en lijken zich wat naar de ‘randen van de Stad’ te verplaatsen, het aantal mishandelingen is afgenomen. In z’n algemeenheid gaan op het gebied van veiligheid de beleving en de feitelijke aangiften behoorlijk gelijk op.