Trots, trend en traditie in het Noorden

1 februari 2009

De drie noordelijke provincies hebben wel veel gemeen. In cultureel opzicht is het Noorden over het algemeen ten opzichte van Nederland minder religieus, minder traditioneel, minder hiërarchisch en meer egalitair.95 Het sterkst is dat in streken met een door socialisme of communisme gekleurde geschiedenis. Er zijn echter ook streken die vooral protestants conservatief zijn. Naast allerlei verschillen hebben de drie provincies een gezamenlijke geschiedenis, is er iets als een noordelijke identiteit en cultuur, en zijn er
overeenkomende economische kenmerken in het Noorden. Misschien is die eenheid in
verscheidenheid juist kenmerkend voor Noord-Nederland.
In economisch opzicht kenmerkt het Noorden zich van oudsher door het belang van
landbouw en aan de landbouw gerelateerde industrie – denk aan de zuivelindustrie,
aardappelzetmeelindustrie en kartonindustrie. Toch is de noordelijke economie bepaald
niet een agrarische economie te noemen. Net als in Nederland is de dienstensector de
grootste sector. Het Noorden is een ‘ijle economie’ met een kleine en minder
koopkrachtige bevolking en dus een kleinere eigen afzetmarkt. Het Noorden kent ook
geen grote, ruimtelijk geconcentreerde clusters van bedrijvigheid, zoals die elders in
Nederland wel voorkomen, en beschikt over relatief weinig grote bedrijven.
Het Noorden krijgt al enkele decennia regionaal-economische steun van het Rijk (en
Europa). Macroeconomische gegevens laten zien dat het Noorden een achterstand had en heeft: het regionale bruto binnenlands product en het regionale inkomen zijn er lager, en de
werkloosheid is er hoger dan landelijk.
Als men wat dieper kijkt, dan wordt het beeld echter minder eenduidig.