Verkenning Alternatieven Zuidelijke Ringweg Groningen (2006)

24 juli 2006

Van 1992 tot 1998 is de tracé/m.e.r.-studie Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) uitgevoerd. Voorafgaand aan het Tracébesluit rijksweg 7 Zuidelijke Ringweg Groningen (MIT fase 1 ZRG) in 2002 heeft de Minister haar voorkeur uitgesproken voor een nieuw tracé overeenkomstig variant C3 (Zuidtangent), indien de evaluatie van de fase 1 maatregelen daartoe aanleiding geeft en er voldoende financiële middelen beschikbaar zouden zijn.

Omdat deze middelen niet voor 2010 beschikbaar zouden komen, maakte de Minister de kanttekening een eventueel tracébesluit voor de Zuidtangent (Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT- fase 2 ZRG) niet voor 2007 in voorbereiding te nemen.
Op 11 april 2000 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat een standpunt ingenomen over de ZRG (MIT fase 1 ZRG).

In grote lijnen houdt het standpunt in, dat in de eerste fase de nadruk komt te liggen op de infrastructurele maatregelen aan de bestaande A7 en de aanleg van het Euvelgunnetracé. Daarnaast wenst de Minister in relatie met en in aanvulling op deze maatregelen te komen tot een afsprakencomplex met de regio over maatregelen flankerend beleid en openbaar vervoer (E-scenario). Dit afsprakencomplex over openbaar vervoer en flankerende maatregelen is in 2001 tot stand gekomen.

Concluderend is destijds met het Rijk afgesproken dat:
1. de Langmanmaatregelen (MIT fase 1 ZRG) worden uitgevoerd (gereed in 2006)
2. ingezet wordt op flankerend beleid en hoogwaardig openbaar vervoer (HOV)
3. de resultaten van 1 en 2 geëvalueerd worden, ex post
4. afhankelijk van de resultaten van de evaluatie, wordt ingezet op de Zuidtangent (uitvoeren na 2012)