VROM-Pilot Studentenhuisvesting

21 april 2004

1. Studentenhuisvesting is bij uitstek een onderwerp dat vraagt om effectieve samenwerking tussen verschillende partijen. Geen enkele partij kan dit probleem alleen oplossen. Met name gemeente, corporaties en onderwijsinstellingen zijn erg op elkaar aangewezen.

2. In praktijk werkt een dergelijke samenwerking alleen als een van de partijen de regierol oppakt en het initiatief neemt om de partijen bij elkaar te roepen. Het ligt voor de hand dat de gemeente deze rol op zich neemt, maar het kan ook een van de andere partijen zijn.

3. Om het probleem op een goede manier op de agenda te krijgen is het belangrijk om samen met de meest betrokken partijen een goed inzicht te krijgen in de problematiek. Een onderzoek naar de verwachte tekorten aan studenteneenheden tot 2010 – zoals dat in Groningen is uitgevoerd – is een goede eerste stap.

4. Nadat het probleem door gemeente, corporaties, onderwijsinstellingen en studenten is
onderzocht moet er worden nagedacht over manieren om het probleem aan te pakken. Dit is een goed moment om het netwerk verder te verbreden. Het gaat hierbij om het
betrekken van andere organisaties (bijv. particuliere verhuurders, tijdelijke huisvesters,
makelaars, etc.), maar ook om het verbreden van het netwerk binnen de deelnemende
partijen. Binnen de gemeente kun je bijvoorbeeld denken aan Bouw- en Woningtoezicht, Monumenten (vergunningen), Vastgoedontwikkeling (locaties), Economische Zaken (leegstaande panden) en Projectmanagement (nieuwbouwplannen).

5. Nadat in deze brede groep is nagedacht over mogelijke oplossingen, is het van belang om scherp de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen voor de uitvoering te benoemen: Wat mogen we van elkaar verwachten? Deze verantwoordelijkheden moeten aan de hand van concrete voorbeelden grondig worden doorgesproken. Juist vanwege de wederzijdse afhankelijkheid is het precies benoemen van verantwoordelijkheden namelijk vaak behoorlijk ingewikkeld. Je kunt wel zeggen dat de corporaties verantwoordelijk zijn voor de nieuwbouw van grote eenheden, maar die verantwoordelijkheid kunnen ze alleen waarmaken als de gemeente (en onderwijsinstellingen) actief meewerken aan het vinden van geschikte locaties.

6. Door het hele proces heen is het belangrijk om te zorgen voor voldoende bestuurlijk
draagvlak voor de gekozen aanpak.